Wageningse Uiterwaard & Arboretum - winter

Wageningen is aan alle kanten omringd door groen, met aan de zuidkant de uiterwaarden (Wageningse Bovenpolder) en het Arboretum Belmonte op de Wageningse Berg. Naast dat het hier mooi rondlopen is met prachtige uitzichten ver over de Betuwe, is het hier ook leuk vogelen.

We beginnen onze excursie in de uiterwaarden. Op het water van de Nevengeul zitten vele soorten eenden door elkaar, zoals Wintertalingen en Slobeenden. In de oeverruigtes en rietranden zitten Cetti’s Zanger en Dodaars, en we horen vast een Waterral gillen. Ook Waterpiepers scharrelen hier regelmatig langs de oeverranden. En, met wat geluk zitten er ook Baardmannetjes! In de bosjes gaan we op zoek naar verschillende soorten lijsters (Koperwiek, Kramsvogel), mezen (Matkop, Staartmees) en (Vuur)Goudhanen. Langs de rivier zien we hopelijk Grote Zaagbekken, gaan we kijken of er een Geelpootmeeuw op één van de kribben zit, en wie weet vliegt er een IJsvogel langs! Uiteraard kijken we ook even of de Steenuil thuis is.

Daarna lopen we de stuwwal op naar het Arboretum. Door de afwisseling van oude en jonge bomen en veel verschillende soorten planten is het hier ook rijk aan vogels. Zo huizen hier verschillende spechtensoorten (Grote en Middelste Bonte, en Groene), eten Goudvinken zich vol aan bloemknoppen en zaden, en zoeken we in de wat bosrijkere delen naar mezengroepjes, Boomklevers en Grote Lijsters. Waarschijnlijk komen we dus terug met een enorm gevarieerde lijst aan vogels!